Restaurants met de beste prijs/kwaliteit volgens culinair recensent Bruno Vanspauwen

19 ergernissen op restaurant die je eetlust bederven

Foodnews

19 ergernissen op restaurant die je eetlust bederven

Tafelen, het is een van de grootste genietingen van het leven. Maar ook de bron van vele ergernissen. Een overzicht.


1. Je moet maanden op voorhand reserveren.

Zeker als je op een vrijdag of zaterdag wil eten. Waarom wil iedereen altijd net die dagen? Wat is er verkeerd aan een avond in de week? Want geloof me: zelfs in de drukst bezochte restaurants is het altijd mogelijk om enkele dagen vooraf te reserveren, als je wat flexibel bent in de keuze van je dag. En als het niet lukt? Reserveer dan elders, er bestaan veel goede restaurants in ons land. Alles is leuker dan nu al te moeten weten of je binnen twee maanden zin zal hebben om te gaan eten.

 
2. Je komt binnen, maar je bestaat niet.

Je komt binnen in een restaurant en niemand komt naar je toe. Je staat dus maar wat rond te draaien terwijl obers en diensters zenuwachtig rond je heen rennen, daarmee duidelijk makend dat je in de weg staat. Uiteindelijk is er toch iemand die je naar een tafel leidt, waar je opnieuw enige tijd zit te niksen, tot iemand op het idee komt om je te vragen wat je wil drinken. Een goede raad: verdwijn zo snel mogelijk uit zo'n restaurant. Ook in de keuken zullen de organisatie en mentaliteit dezelfde zijn, en je hoeft dus niet te verwachten dat je hier plots goed zult eten.

 3. Alleen aan die ene tafel is het toegelaten om je geld uit te geven.

Je komt binnen in een leeg restaurant, mèt een reservatie, maar je mag je tafel niet kiezen. Je moet absoluut aan die kleine tafel in de donkere hoek naast het toilet gaan zitten. Mijn advies? Zie hierboven.

 4. Uit de wijnglazen zou je niet eens water willen drinken.

Hoed je voor restaurants zonder goede en zuivere wijnglazen: het voorspelt niet veel goeds voor de keuken. Wijn hoort bij eten, en omgekeerd. Wie geen aandacht heeft voor wijn, getuigt van een gebrek aan culinaire cultuur.

 5. De huischampagne was drie dagen geleden nog drinkbaar.

Waarom hecht ik zoveel belang aan de kwaliteit van de huischampagne? Omdat hij meestal een voorbode is van de kwaliteit in het bord. Logisch toch? Als de huischampagne niet met zorg wordt gekozen en geserveerd, waarom zou dat dan plots wèl gebeuren met de voeding? Voor een glas champagne betaal je algauw 10 tot 12 €, soms zelfs meer. Dat betekent dat de restaurateur maar twee glazen hoeft te schenken opdat de hele fles is terugbetaald. Vandaar dat je een onberispelijke kwaliteit mag eisen. Niet te zoet, want dat snijdt de honger af. Fris geschonken, niet lauw. En niet in een treurig klein fluitglas met korte steel en dikke rand. Is hij plat en geoxideerd omdat de fles te lang open stond? Een nieuwe fles graag. Voel je daarover niet schuldig. De rest van de eerste fles komt wel terecht bij een meer meegaande klant.

 6. De boter is ranzig, het brood smaakt naar watten.

Wat voor de huischampagne geldt, gaat ook op voor het brood en de boter: ze zijn vaak een voorbode van de kwaliteit in het bord. Ik heb het allemaal al meegemaakt: boter in van die zielige kleine hotelvlootjes, ranzige boter, smaakloos brood, opgewarmd brood van gisteren of eergisteren ...

 
7. Het is weekend, dus kan je alleen het duurste menu nemen.

Dan heb je eindelijk, na een drukke werkweek, de tijd om rustig te tafelen met vrienden, en net nu verplicht het restaurant je om het duurste (en langste) menu te nemen. Is één gang minder ook mogelijk? Nee, dat kan niet. Je hebt als klant niet te kiezen, alleen maar te betalen. Nog een reden waarom ik vrijdag- en zaterdagavonden zoveel mogelijk vermijd.

 8. De "aangepaste wijnen" zijn vooral aangepast aan de nagestreefde winstmarge.

Menu met aangepaste wijnen: het lijkt aantrekkelijk omdat je verschillende wijnen kan proeven tegen één globale prijs. Maar zijn ze die prijs wel waard? In zo'n totaalpakket is dat moeilijk te beoordelen. Ga er maar van uit dat het meestal om goedkope wijnen gaat, aangekocht tegen 4 à 8 euro per fles. Krijg je daar één glas van, of kan een tweede ook nog? Wordt er gul of gierig geschonken? Je informeert je best vooraf welke wijnen je krijgt en op welke hoeveelheid je recht hebt.

 9. Je kan alleen een volledige fles wijn bestellen, die meer kost dan het hele menu.

Dat een restaurant drie tot tien keer de aankoopprijs aanrekent voor wijn: ik ben gestopt mij daarover te ergeren. Dat ze die wijnen zelf opdrinken: ik bestel ze niet meer. Ik bepaal het bedrag dat ik maximaal wil spenderen, ga de kolom met de prijzen af, en kies alleen uit de wijnen die onder dat bedrag zitten. Wat mij wèl nog kan ergeren, is dat er op een wijnkaart geen goedkope alternatieven zijn uit minder bekende wijnstreken. En dat je dus eigenlijk verplicht bent om een dure fles te nemen. Waarom worden die dure wijnen trouwens zo zelden per glas geschonken? Er zijn vandaag voldoende systemen om geopende flessen te beschermen tegen oxidatie. En dan worden die wijnen eindelijk eens gedronken.

10. De kurk blijft op je tafel, de fles niet.

Dan doet die sommelier je duur betaalde wijnfles open, en terwijl hij de kurk op je tafel laat liggen, zet hij de fles ver weg. Omgekeerd zou toch logischer zijn? Al zo vaak heb ik gevraagd om de wijnfles op mijn tafel te laten staan, maar meestal wordt dat geweigerd. En dan moet je als een gek staan zwaaien om asjeblief nog wat van je eigen wijn te krijgen. Of je krijgt er bijgeschonken terwijl je dat eigenlijk nog niet wil.

 11. Aan de tafel naast je bestellen zes mensen à la carte, allemaal iets verschillend.

Beseffen deze klanten wel wat zij de keuken aandoen? En dat alle klanten in het restaurant mee zullen boeten voor hun folie? Natuurlijk, klanten hebben de vrijheid om te kiezen. Maar ze kennen dan best ook de consequenties van die vrije keuze: lange wachttijden. Niet alleen voor hen, maar ook voor alle andere klanten in het restaurant.

 12. Iemand in je groep kan maar niet kiezen wat hij/zij zal bestellen.

Vanwaar toch die lange aarzeling bij sommige mensen om iets te bestellen? Omdat ze iets niet kennen? Dàt is pas een reden om het te bestellen.

 13. Alles is bio, eco, local en vrije uitloop.

Vermits je het als klant toch niet kan controleren, schrijven koks er vandaag maar wat op los. Waarom niet meteen de naam en plaats van de boerderij vermelden? Omdat ze het niet weten?

14. Zijn dit hapjes vooraf of restjes achteraf?

Ten eerste: er is geen wet die zegt dat je hapjes vooraf moet geven. Ten tweede: als je ze dan toch geeft, dan moeten ze een miniatuurversie van de culinaire stijl van de kok zijn, niet een handige manier om restjes van vorige dagen weg te moffelen. Het is ook aanbevolen dat ze enigszins bij elkaar passen, of één voor één geserveerd worden volgens een doordachte smaakopbouw.

 15. Ik zit al een uur in het restaurant, en heb alleen mijn voorgerecht gehad.

Die lange wachttijden tussen de gangen: ik kan er niet meer tegen. Beseffen koks wel dat in een eetzaal niets te beleven valt? En dat mensen heus niet alleen naar het restaurant komen om te wachten tot ze met hun geniale creatie uit de keuken komen? In een restaurant moet vaart en schwung zitten. Leve de open keuken, en leve de koks die zelf hun gerechten naar de tafels brengen. Zo mogen we als klanten ook iets van het keukenspektakel meemaken.

 16. Aan de strepen aceto balsamico te zien, had de kok ambities om grafisch kunstenaar te worden.

Trends in bordpresentatie: ze verspreiden zich als een virus doorheen de horeca. Plots zie je overal diezelfde manie opduiken om ingrediënten in een schuine streep dwars over het bord te draperen, of in een halve maan tegen de rand van het bord te kleven. Als het enigszins bij de tijd is, kan ik er nog tegen. Maar als ik nu zwarte strepen aceto balsamico kriskras over mijn bord zie, dan weet ik genoeg: deze kok is de laatste tien jaar niet meer uit zijn keuken gekomen.

 17. Ik schat dat er een tiental ingrediënten op het bord liggen, vele in spatjes en dropjes.

Patserskeuken, noem ik het wel eens. Ook wel bluf- of snoefkeuken. Gecreëerd voor klanten die zelf ook patsers zijn. Je verspreidt zoveel mogelijk, liefst dure en/of exotische ingrediënten over het bord, in de hoop daarmee als culinaire virtuoos over te komen. Op die manier hebben mensen ook sneller het idee dat ze veel gekregen hebben voor hun geld. Maar herinner je je nog wat je gegeten hebt? Paste het allemaal bij elkaar? Had elk ingrediënt een functie? 

 18. Uit de boxen klinkt al uren dezelfde muzak.

Sinds Guantanamo weten we het: muziek kan een foltering zijn. Dat geldt ook voor restaurants.

 19. Was het in orde? (Of: "Heeft het gesmaakt?")

Op zich heb ik er niets tegen dat mijn mening wordt gevraagd (ik geef die zelfs graag ongevraagd). Maar de routineuze manier waarop het gebeurt, duidt zelden op de behoefte om een eerlijk antwoord te krijgen. Meestal wordt er trouwens niet gewacht tot je een antwoord formuleert: vòòr je iets kan zeggen, is de dienster of ober alweer weg. Het ergerlijkste is dat die vraag ook gesteld wordt als je de helft op je bord laat liggen. Was het in orde? Natuurlijk, ik vond het zo goed dat ik de helft voor u heb overgelaten.