Vroeger een autogarage, nu een hip restaurant
Heeft de haute cuisine nog toekomst? Steeds meer mensen verlangen weer naar huiselijke kost, smaakvol en voedzaam, en met een vleugje nostalgie naar de tijd toen hun moeder nog voor hen kookte. In het Engels hebben ze daar een mooie term voor: "comfort food". Deze nieuwe "garage om te eten" combineert dat slim met een creatief en trendy interieur, en was van bij de start een doorslaand succes.
De naam is niet toevallig: dit was vroeger echt een autogarage. De ruwe betonvloer en een achtergebleven reclamebord van Elf oliën getuigen daar nog van. Voor de rest is de grote loftruimte, half onder het straatniveau gelegen, volgestouwd met kleurrijke vintage kasten, rekken, fauteuils en sofa's, lampekappen, radio's, een speelhoek voor kinderen en een heuse caravan, allemaal uit de jaren '50. Er zijn krukken aan een toog voor individuele eters, tafeltjes voor twee en vier, en gemeenschappelijke tafels waar bezoekers met elkaar kunnen kennismaken. Een grote open keuken is zichtbaar voor iedereen. Initiatiefnemer Joël Geismar weet hoe hij vernieuwende eetconcepten in elkaar moet steken, hij is in Brussel gekend omdat hij er met zijn food truck El Camion rondrijdt.
Elke weekdag vanaf 10 uur kan je hier terecht voor een ontbijt met gegrild zuurdesembrood, choco en confituur (6 €). Daarna, van 12 tot 15 u., serveert de keuken een menu in twee gangen (15 €) en een in vier gangen (18 €). Vrijdagavond kost een viergangenmenu 25 €. En op zaterdag en zondag is er van 11 tot 15 u. een brunch vanaf 18 €.
Voor die bodemprijzen kan je geen topgastronomie verwachten. Maar de gerechten zijn vers, eerlijk en lekker. De kommen en opdienschotels worden, zoals thuis, op de tafel gezet: je bedient jezelf. De borden - wellicht uit een brocantezaak - zijn allemaal verschillend. Sneetjes zuurdesembrood liggen in een kartonnen box.
Ik proefde van smakelijke bloemkoolsoep waarover mimolettekaas was geraspt, gevolgd door een voorgerecht van lauwe butternutpompoen met "nougat" van ricotta (met noten en rozijnen). Het hoofdgerecht was een met gehakt gevulde ui van Cévennes (met zijn karakteristieke zoete smaak en smeltzachte textuur), gecombineerd met groene kool en tarwekorrels. Het nagerecht heette "petit crapuleux" (klein gespuis), en was een mengeling van ijs, gemarineerde peer en stukjes krokante meringue. Bieren zijn er vanaf 3 €, natuurlijke wijnen per glas vanaf 4 € en per fles vanaf 21 €.
Zelfs de prijzen zijn dus vintage, het zit hier dan ook elke dag vol. De levendige sfeer steekt schril af tegen al die sterrenrestaurants waar tijdens de week slechts enkele tafels bezet zijn. En alleen gefluisterd wordt.
Garage à Manger, Washingtonstraat 185, 1050 Brussel, tel. 02/880.67.74, www.garage-a-manger.be, elke dag doorlopend open van 10 tot 18.30 u. (vrijdag tot in de late uurtjes; zaterdag en zondag vanaf 11 u.)