Brasserie Julie
"Ik wilde het soort restaurant waar ik zelf graag ga eten", zegt chef Thomas Locus. Heeft hij dan zeven jaar lang een restaurant open gehouden waar hij zelf niet naartoe zou gaan? Want Brasserie Julie is in de plaats gekomen van zijn met één Michelinster bekroonde Bistro Margaux. Ach, het komt wel vaker voor dat sterrenchefs, als ze in hun vrije tijd gaan eten, hun eigen type van eetgelegenheden vermijden: ze verkiezen dan een simpel eetcafé of zelfs een frituur. Hun klanten schotelen ze coquilles/truffel/aardpeer voor, maar zelf eten ze het liefst stoofvlees met frieten.
Heeft Locus zich de spirit van een brasserie al eigen gemaakt? Op de deur tref ik een plakkaatje aan: "Enkel op reservatie". Heeft hij per vergissing een privéclub geopend?
Het nieuwe interieur slaagt er niet in de warmte en gezelligheid van een goede brasserie uit te stralen, en de continue zacht-dreunende lounge op de achtergrond brengt daarin geen verbetering. Bizar dat er tafels mèt en tafels zònder tafelkleed in de kille ruimte staan: je riskeert dat klanten zich afvragen waarom zij geen tafelkleed verdienen en andere wel. Zelf zou ik er geen zaak van maken bij het Meldpunt Discriminatie.
Zullen de Zeeuwse oesters op ijs liggen, zoals in een echte brasserie? Helaas, alleen op grof zout om de schelpen in evenwicht te houden (€ 24 voor 6). De mousse van hesp smaakt eerder naar industriële hespenworst dan naar echte hesp (€ 17).
Locus' versie van vitello tonnato doet denken aan de tijd dat hij nog gecompliceerde gerechtjes in elkaar moest knutselen om zijn ster te behouden (€ 18). Het piepkuiken met dragon daarentegen haalt zelfs het brasserieniveau niet: verse dragon had ik in dit seizoen niet verwacht, maar zelfs in gedroogde of diepgevroren toestand is er niets van te bespeuren (€ 28). Aan de seizoenen laat de chef zich trouwens niet veel gelegen: er zitten prinsessenboontjes tussen de aardappelen en de bladsla smaakte wellicht zo flauw dat het zoutvat er driftig overheen gekieperd werd. Ooit al van winterse veldsla gehoord, chef?
Een eigentijdse brasserie hoort aandacht te hebben voor vegetariërs maar de vegetarische lasagne - een wakke brij van platgekookte pastavellen en groenten - zou een vegetariër opnieuw naar vlees doen verlangen (€ 22). Een moot verse zeebaars met knolselder, witloof en bospaddenstoelen leunt het dichtst aan bij wat je van een brasserie verwacht (€ 36).
De wijnkaart stamt dan weer uit het vroegere sterrenrestaurant. Tja, iemand moet die dure wijnen toch ooit eens opdrinken? Op mij hoeft de chef niet te rekenen.
Is dit het soort restaurant waar Thomas Locus zelf graag gaat eten? Ik raad hem aan om nog eens enkele echte brasserieën te bezoeken, en goed te kijken hoe het moet.
Brasserie Julie, Dorpsplein 3, 1700 Sint-Martens-Bodegem, tel. 02/460.05.45, www.brasseriejulie.be, gesloten op maandag en dinsdag