Waar zijn de schipbreukelingen van restaurant De Koopvaardij beland?
Hoe zou het zijn met de schipbreukelingen van De Koopvaardij? Dit bekende restaurant vaarde wel bij een zakelijk clientèle van de Antwerpse haven, sleepte zelfs een Michelinster in de wacht, maar liep door de crisis averij op. De twee culinaire kapiteins zagen zich verplicht andere oorden op te zoeken.
Wouter Van Tichelen (30) belandde in de keuken van The Glorious, de bistro-bar van Jurgen Lijcops die als geen ander een informele sfeer weet te combineren met hoge kwaliteit in het bord en het glas.
Tim Meuleneire (29) zocht het opnieuw in de nabijheid van een haven, die van Nieuwpoort deze keer. Op een toeristische toplocatie, vlakbij de zeedijk, werd een oud restaurant volledig getransformeerd tot een chique brasserie waarvan de deuren automatisch openschuiven als je binnenkomt en zelfs - zo zou ik later ondervinden - als je naar het toilet gaat. Het interieur, met zachte tinten en Chesterfields, behoort tot de stijlrichting waarvoor de term "hedendaags klassiek" is uitgevonden. De wijn- en spijskaart zijn dan weer meer klassiek dan hedendaags. Ik hoopte dat de kwaliteit even hoog zou zijn als de prijzen. Want zelfs met koffie en champagne inbegrepen is het bijzonder ambitieus om menu's van twee en drie gangen aan te bieden voor respectievelijk 59 en 69 €. Zeker als die huischampagne Moët & Chandon is, een Frans merk van suikerwater. Ook à la carte wordt met bedragen gegoocheld alsof de crisis aan de kust niet heeft toegeslagen.
Gelukkig kon ik een eenmalige besparing realiseren doordat twee kleine garnaalkroketten werden aangeboden bij het aperitief: zo hoefde ik ze niet te bestellen voor mijn onverbiddellijke brasserietest. Smaak en vulling waren onberispelijk, maar de korst was te dik. Dat laatste was ook het geval bij de gefrituurde reepjes van schartong, waardoor de fijne smaak van de vis in de verdrukking kwam. De tartaarsaus was vers, al had ik op een wat steviger en knappiger bereiding gehoopt, met meer groene kruiden en stukjes augurk en ei (21 €). Een andere klassieker van ons culinaire patrimonium is asperges "op Vlaamse wijze". Er was nogal kwistig omgesprongen met nootmuskaat, maar verder was de uitvoering over de hele lijn prima (26 €). Waarom her en der groen poeder over de borden werd gestrooid, is mij tot op heden niet duidelijk.
De klassiekers bleven elkaar opvolgen, al pleegde het "koninginnehapje" heiligschennis door zonder bladerdeeggebakje te verschijnen: alleen een driehoekig stukje lag bovenop de vulling waarin de royale hoeveelheid gehaktballetjes meer opviel dan de aanwezigheid van kip. Maar over smaak en consistentie geen klachten (23 €).
Ik keek verbijsterd in het aparte kannetje dat naast de kleine zeetong op het bord stond: het was gevuld met gesmolten boter die compleet verbrand was. Nu bakt de kok het toch wel heel bruin, dacht ik. Ik werd nog triester door de frieten zonder smaak en het eenzame toefje tuinkers. Voor deze prijs had het allemaal wat feestelijker mogen zijn (38 €).
Feu d'Or heeft alle troeven in huis om zijn nobele taak te vervullen: het opwaarderen van onze Belgische klassiekers. Zeker aan onze kust is daar nood aan. Maar van een kok met de reputatie en het parcours van Tim Meuleneire had ik meer zorg en precisie verwacht. En realistischer prijzen.
Feu d'Or, Albert I-laan 92, 8620 Nieuwpoort, tel. 058/62.32.32, www.feudor.be, gesloten op woensdag (tijdens de schoolvakanties elke dag open)